Wijnen uit Rioja
De naam Rioja is te danken aan de rivier (in het spaans ‘río’) de Oja. Dit is een zijrivier van de Ebro die door het gebied stroomt. De wijngaarden zijn gelegen aan de oevers van de rivier op oplopende terrassen. Door het gebergte Sierra de Cantabria zijn de druivenranken beschermd tegen de koude noorderwinden. Vorst vormt hier een gevaar voor de wijngaarden.
Subregio’s en druivenrassen
Rioja is op te delen in drie regio’s: Rioja Alta in het noordwesten, Rioja Alavesa in het noorden en Rioja Baja in het (zuid)oosten. Rioja Alta en Rioja Alavesa zijn hoger gelegen en de grond bestaat hier uit ijzer en kalkrijke klei. De druivenrassen tempranillo en garnacio doen het hier goed. Rioja Baja is lager gelegen, het klimaat is hier warmer en droger. Garnacha is hier de belangrijkste druif.
Rioja-wijn wordt gemaakt van een blend van druiven uit de drie subregio’s. Het merendeel van de druiven wordt door Rioja-huizen opgekocht, waar de wijn wordt opgevoed. Ieder druivenras heeft invloed op de finesse en het bouquet. Ongeveer 70 procent bestaat uit tempranillo en zorgt voor frisheid en fruit. 20 procent garnacha voor alcohol en gewicht. Verder wordt de wijn aangevuld met cariñena en graciano.
Rioja typen
Er zijn vier typen Rioja die altijd op het etiket aangegeven worden. Voor rode wijnen uit Rioja zijn dit:
- Joven: weinig tot geen houtrijping;
- Crianza: minimaal 2 jaar rijping, waarvan ten minste 6 maanden op houten vaten;
- Reserva: minimaal 3 jaar rijping, waarvan minimaal 1 jaar op hout;
- Gran Reserva: minimaal 5 jaar rijping, waarvan minimaal 2 jaar op hout en daarna ten minste 3 jaar op fles.